De auteur onderzoekt naar aanleiding van uitspraak C-360/15 van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de legesheffing van de gemeente Amersfoort voor een instemmingsbesluit voor het leggen van glasvezelkabels hoe lokale belastingen worden getoetst aan Europees recht. De auteur gaat in op jurisprudentie inzake staatssteun, de verkeersvrijheden en de beperking die richtlijnen kunnen stellen aan lokale belastingen. Tot slot wordt nader ingegaan op de uitspraak C-360/15 en de verdere behandeling ervan door de Nederlandse rechter.