Wie terugblikt op het ruim vijftien jaar durende wetgevingsproces van het wetsvoorstel affectieschade, kan eigenlijk alleen maar omzien in verwondering. Wie had ooit gedacht dat, in de Europese achterhoede op dit gebied, Nederland het uiteindelijk zelfs nog van Duitsland zou verliezen? Verwondering is ook op haar plaats vanwege de soms ondoorgrondelijke wegen van politieke besluitvorming. Maar evenzeer is bewondering op haar plaats voor de spitsvondigheid en het doorzettingsvermogen van de wetgevingsjuristen, die er toch maar in geslaagd zijn om dit weerbarstige thema in een wettelijke regeling te gieten en door het parlement te loodsen. Bijzondere vermelding verdient hier Niels Frenk, die onbetwist als de geestelijk vader van deze wet heeft te gelden.