Verschillende terroristische aanslagen, waaronder aanslagen met auto’s en andere voer- of (lucht)vaartuigen, hebben in de afgelopen jaren forse schade veroorzaakt. Het dreigingsniveau voor een terroristische aanslag in Nederland is ‘substantieel (niveau 4)’, het één na hoogste niveau.1 Dat betekent dat een kans op een dergelijke aanslag reëel is. Doet zich in Nederland een aanslag voor, dan zal de vraag rijzen hoe en in welke mate de daardoor veroorzaakte schade kan en moet worden gecompenseerd. De voorbeelden uit België en Frankrijk laten zien dat hier, gegeven de aard van een dergelijke gebeurtenis en de maatschappelijke en politieke reacties daarop, bijzondere kwesties kunnen spelen. Deze bijdrage beoogt een – enigszins schetsmatige – verkenning van bronnen voor compensatie van schade na een terroristische aanslag voor de Nederlandse situatie en naar Nederlands recht. Deze verkenning lijkt een noodzakelijke eerste stap voor de bezinning op de vraag in hoeverre Nederland goed ‘voorbereid is’ op compensatie van schade na een terroristische aanslag.