De stad wordt vandaag de dag vaak als een heus laboratorium gezien voor sociale verandering en verbetering. Er wordt met name veel verwacht van het zelforganiserend vermogen van burgers: het idee is dat zij beter dan bijvoorbeeld de overheid of marktpartijen in staat zijn om met creatieve en vernieuwende aanpakken te komen voor allerlei grootstedelijke vraagstukken. De stad is in deze visie een belangrijke experimenteerruimte, een proeftuin of broedplaats voor nieuwe sociale en economische praktijken, die vaak onder de noemer “sociale innovatie” worden geschaard (Brandsen, Cattacin, Evers, & Zimmer, 2016; Karré, Vanhommerig & Van Bueren, 2015; Karré, Rahimy, Ter Avest & Walraven, 2017). Voorbeelden zijn burgerinitiatieven, sociale ondernemingen of “living labs”, waarin verschillende groepen samenwerken aan de aanpak van een bepaald vraagstuk.