In deze bijdrage wordt bepleit dat de vaststelling van smartengeld wegens letsel steeds zou moeten geschieden naar het moment waarop de waardering plaatsvindt: de op dat moment bekende en verwachte feitelijke ontwikkelingen en de dan geldende billijkheidsmaatstaven zijn beslissend, en vanaf dat moment moet de wettelijke rente lopen. Eerst worden de lijnen van het geldende recht geschetst met betrekking tot de vaststelling van smartengeld in geval van letsel, waarna een pleidooi volgt voor een meer consistent uitgangspunt.

hdl.handle.net/1765/121319
Verkeersrecht
Erasmus School of Law

Hebly, M. (2019). Wettelijke rente over smartengeld wegens letsel. Verkeersrecht, 2019(11), 392–397. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/121319