In dit rapport wordt een analyse gegeven van de instroom in de WAO van personen die na minimaal één jaar afwezigheid in de beropsbevolking vanaf hun intrede daarin in 1999 maximaal vijf jaar hebben gewerkt. Het aantal werkenden in dit bestand uit 1999 was veel groter dan we hadden verwacht. Aanvankelijk bestond het uit een aantal van ruim 450 duizend. Dit aantal is teruggebracht naar 225 duizend doordat we eruit hebben verwijderd werkenden die hoogstwaarschijnlijk moeten wordn aangemerkt als werkende scholieren en studenten. We hebben deze beide categorieën proberen te verwijderen door personen jonger dan 25 jaar met banen van maximaal twee dagen pe week uit het bestand te halen. Dan nog hielden we het genoemde aantal van 225 duizend over. Dit is veel groter dan een gemiddeld geboortecohort in Nederland. Dit wijst aan dat heden ten dage de gemiddelde Nederlander niet meer op één bepaald leeftijdsjaar intreedt in de beroepsbevolkng om daarna éénmaal op een veel later leeftijdsjaar de beroepsbevolking weer te verlaten. Transities zoals men dat in de sociale wetenschappen is gaan noemen, waarbij personen nu eens ín dan weer úit de beroepsbevolking treden, komen onder personen in ons bestand kennelijk ook voor.

, ,
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/12187
Department of Sociology

Veld, T. (2008). De kans op instroom in de WAO van personen met een arbeidsverleden van maximaal vier jaar. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/12187