Terwijl de grote golf van buyouts in de jaren tachtig voornamelijk tot doel had logge conglomeraten die aan zware agencyproblemen en inefficiënties onderhevig waren te herstructureren, werd de tweede grote golf in de jaren negentig tot 2001 veelal gekenmerkt door een totaal andere waardestuwer, namelijk het nastreven van groei. Na deze golf werd het door de economische stagnatie en de waardedaling van de financiële markten steeds moeilijker een exit route te vinden naar een strategische speler of de beurs, met een toename van het aantal secondary buyouts als gevolg. In dit artikel geef ik een overzicht van deze recente economische ontwikkelingen in de buyout-markt en stel ik een raamwerk voor dat deze ontwikkelingen relateert aan gevestigde economische theorieën. Dit waarderingsraamwerk van private overnames integreert de verschillende waardecreërende factoren met een waardering en geeft de mogelijkheid om ieder type buyout op correcte wijze te waarderen.