In de afgelopen 10 jaar is veel veranderd in de dermatologie op organisatorisch en klinisch gebied. Een verschuiving van klinische behandeling naar dagbehandeling en poliklinische zorg is deels te verklaren door de komst van small molecules en biologicals voor de behandeling van psoriasis, atopisch eczeem en hidradenitis suppurativa. Intensieve topicale behandeling in dagbehandeling of tijdens opname is voor sommige patiënten nog steeds een uitkomst. Middelen voor uitwendig gebruik moeten daarom beschikbaar blijven. Om dure geneesmiddelen doelmatig in te zetten is prospectief observationeel onderzoek en monitoring van de bloedspiegels nodig. Ondanks de nadruk op preventie en vroegdiagnostiek van huidkanker neemt onder andere het basaalcelcarcinoom (BCC) toe, waardoor meer oncologische zorg nodig is. Voor hoog-risico-BCC in het gezicht is Mohs’ micrografische chirurgie de belangrijkste ontwikkeling. Een doorbraak is behaald met geneesmiddelen die de overleving van gemetastaseerd melanoom verbeteren. Op het gebied van de flebologie zijn schuimsclerose en endoveneuze thermale ablatie nu de voorkeursbehandelingen voor stamvarices.
In dit artikel bespreken we enkele belangrijke ontwikkelingen in de dermatologie die zich de afgelopen 10 jaar hebben voorgedaan, zowel op organisatorisch als klinisch gebied. Voor dit laatste ligt de focus op de nieuwe ontwikkelingen bij de inflammatoire dermatosen, de dermato-oncologie en de flebologie.



Additional Files
available online