Dit artikel beoogt enerzijds te laten zien hoe Wermink, De Keijser en Schuyt in 2012 met hun artikel ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken: Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ (NJB 2012/647) een eigen en specifieke werkelijkheid schiepen. Ingezoomd wordt op de manier waarop de onderzoekers verschillen en overeenkomsten aanbrachten in hun data en hoe deze methode de strafrechtelijke praktijk heeft vormgegeven. Dat beeld wordt gecontrasteerd met de manier waarop politierechters zelf hun zaken zien. Dat deel van het artikel concentreert zich op de manier waarop de politierechters verschillen en overeenkomsten tussen zaken zien en hoe ze deze verschillen en overeenkomsten gevolg geven in hun straftoemetingsbeslissingen. Door deze twee manieren van verschillen maken te contrasteren ontstaat meer duidelijkheid over de precieze aard van de controverse, en kan ook een aantal aanbevelingen worden gedaan voor de verdere bestudering van discriminatie en strafrecht.

hdl.handle.net/1765/123649
Nederlands Juristenblad (NJB)
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

van Oorschot, I. (2018). Gelijke Gevallen? Over Factoren, Verhalen, en de Performativiteit van Methoden. Nederlands Juristenblad (NJB). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/123649