Het Proces1 en De Gedaanteverwisseling2, wellicht de twee bekendste werken van Franz Kafka, zijn tot op heden op talloze wijzen gelezen en geïnterpreteerd. De vraag is niet welke van deze lezingen juist is. Niemand weet wat Kafka bedoelde met zijn romans. Een betere vraag is daarom: hoe wil de lezer zijn werk lezen? In dit essay begrijpen we Jozef K., de volwassen hoofdpersoon uit Kafka’s twintigste-eeuwse roman Het Proces, als een jongere3 in de eenentwintigste eeuw die zijn eigen weg naar een succesvolle en gelukkige toekomst probeert te vinden, zoals hedendaagse jongeren4 dat nu eenmaal doen5. Wanneer we het strafrechtelijke proces waarin K. terechtkomt interpreteren als een gedachteproces dat hij zelf in gang zet, zien we dat Het Proces op geniale wijze inzicht biedt in de keuzestress van jongeren, met name keuzestress in de liefde. De labyrintische zoektocht naar succes en geluk eindigt als gevolg van dergelijke keuzestress meer dan eens in mineur. De Gedaanteverwisseling wordt gelezen als dit noodlottige gevolg van het gedachteproces van K., het vonnis dat diezelfde jongere treft: een burn-out. In de keuzes in de liefde betreft dit vonnis de dood van de liefde als kunde. De grenzeloze generatie ‘De een noemt het een quarterlifecrisis, de ander een dertigersdilemma, een derde vindt het niet meer dan een luxeprobleem. Maar aanstellerij of niet, veel mensen ervaren keuzestress tegenwoordig als een reëel ongemak in hun dagelijkse leven. […] De ruime keuze wordt niet als een verrijking ervaren, maar eerder als een last’ (Wijnberg, 2009, p. 31 ).