In deze bijdrage bespreek ik de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 november 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4121 (gepubliceerd op 17 december 2019), over onder meer de vraag of het arbitrale scheidsgerecht zich niet aan de opdracht heeft gehouden, op basis waarvan het arbitraal vonnis vernietigd diende te worden. Voorts zou arbitraal vonnis niet naar behoren met redenen omkleed zijn.