Aan de hand van het Ruwaard van Puttenziekenhuis-arrest wordt de aansprakelijkheid van de (beoogd) curator besproken. De auteur concludeert dat de Hoge Raad bij de aansprakelijkheidsnorm voor beoogd curatoren terecht aansluit bij de norm die geldt voor ‘gewone’ curatoren. Hoewel de Hoge Raad de cassatieklacht hierover heeft verworpen, is de auteur kritischer over aansprakelijkheid van de curator bij niet-nakoming van een negatieve verbintenis.