De gemeente Groningen wil in het kader van de energietransitie en de regierol die in dit verband aan haar is toebedeeld in het Klimaatakkoord, één of meer warmtenetten aanleggen waarop woningen kunnen worden aangesloten. De gemeente zal de kosten van aanleg voorfinancieren. Voor het terughalen van dit bedrag zou een gemeentelijke belasting ingezet kunnen worden. In het eerste hoofdstuk van het onderzoeksrapport wordt ingegaan op de rechtvaardiging voor het inzetten van een belasting voor het ‘terugwinnen’ van het voorgefinancierde bedrag voor de aanleg van een warmtenet en op de vraag welke fiscale instrumenten de gemeente hiervoor ter beschikking staan. In hoofdstuk 2 gaan we in op de (on)mogelijkheden, kenmerken en voorwaarden van de baatbelasting in relatie tot het gewenste gebruik om de voorgefinancierde kosten van het warmtenet te verhalen. In hoofdstuk 3 beantwoorden we dezelfde vragen voor de ozb. In hoofdstuk 4 vergelijken we de baatbelasting en de ozb op de volgende punten: a. de te verhalen kosten; b. de mogelijkheden voor tariefdifferentiatie; c. de (fiscaal)juridische risico’s van de gemeente; d. de uitvoerbaarheid van de regeling; e. de flexibiliteit van de regeling; en f. de gevolgen voor de verdeling van de lastendruk voor de inwoners. Hoofdstuk 5 bevat een managementsamenvatting.