In dit proefschrift wordt beschreven in hoeverre het op dit moment mogelijk is om bij paren met onvervulde kinderwens de kans te voorspellen om zwanger te worden zonder fertiliteitsbehandeling. De klinische relevantie en de voorspellende waarde van een aantal factoren, die onderdeel zijn van het oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO), werden geëvalueerd in een theoretische en klinische setting. In de periode van januari 2002 tot en met 1 februari 2004 werden in 38 Nederlandse ziekenhuizen 7 860 subfertiele paren verzameld in het Oriënterend Fertiliteits Onderzoek project (OFO-project, internationaal ook bekend als the Collaborative Effort for Clinical Evaluation in Reproductive Medicine group (CECERM)). In de inleiding van dit proefschrift beschrijven wij de opbouw van het standaard oriënterend fertiliteitsonderzoek. Verder bespreken wij de meest relevante predictiemodellen voor het voorspellen van spontane zwangerschap. Hoofdstuk 2 richt zich op de vraag wat het beste moment is om het OFO in gang te zetten. In de hoofdstukken 3 en 4 evalueren wij in hoeverre gynaecologen in staat zijn om zelf bij subfertiele paren de kans op een zwangerschap te voorspellen. In hoofdstuk 5 valideren we het predictiemodel voor spontane zwangerschap van Hunault. In de hoofdstukken 6 tot en met 10 worden de klinische relevantie en prognostische waarde beschreven van bestaande en nieuwe onderdelen van het OFO; de obstetrische voorgeschiedenis, het zaadonderzoek, de samenlevingstest, ook wel de postcoitumtest (PCT) genoemd, obesitas en het basaal follikel stimulerend hormoon (FSH).

, , ,
F. Veen (Fulco) , J.D.F. Habbema (Dik)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/13271
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

van der Steeg, J. W. (2008, May 16). Prediction Models in Reproductive Medicine. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/13271