Politici die het welzijn en het geluk van hun burgers willen vergroten hebben eigenlijk maar drie mogelijkheden om te bepalen wat ze dan moeten doen. (1) Ze kunnen het gedrag en de beslissingen van burgers analyseren om te zien wat die burgers belangrijk vinden; dat betekent dat ze zich richten op de kennelijke voorkeuren (“revealed preferences”). Het gaat dan vooral om economische beslissingen, kopen, verkopen, sparen en investeren. Dit is dan ook de methode die in de economische wetenschap wordt toegepast. (2) Ze kunnen zich ook richten op de expliciet uitgesproken voorkeuren (“stated preferences”); dat wil zeggen de voorkeuren zoals die expliciet worden verwoord in opiniepeilingen, referenda en verkiezingen. (3) Ze kunnen bezien onder welke omstandigheden burgers zelf aangeven dat ze zich gelukkig voelen (“zelf-gerapporteerd geluk”). In dit artikel laat ik zien dat laatstgenoemde methodiek een bijzondere toegevoegde waarde heeft; ik doe dat eerst in algemene zin en vervolgens aan de hand van een voorbeeld: het universele belang van een competente overheid voor het geluk in landen.

, ,
hdl.handle.net/1765/14873
Journal of Happiness Studies
Department of Sociology

Ott, J. C. (2009). Geluk en Politiek: Het universele belang van een competente overheid. Journal of Happiness Studies, 1–23. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/14873