Telefonische hulpverzoeken wegens acute medische problemen komen terecht óf bij de lokale huisartsenpost óf bij de meldkamer ambulancezorg van het landelijke alarmnummer 112. Deze hulpvraag wordt meestal opgevangen door een speciaal opgeleide centralist en die dient te beoordelen hoe spoedeisend het probleem is en welke acties moeten worden ondernomen. Werkelijk urgente kwesties worden door hen echter niet altijd als zodanig herkend. Als het vervolgens met de patiënt slecht afloopt, kan dat leiden tot juridische acties. Dan moet er een normatief oordeel worden geveld over de wijze waarop het probleem werd afgehandeld. Als we door een juridische bril naar de opvang van acute medische problemen kijken, wat leert ons dat? Een dergelijke evaluatie verbindt de juridische met de medische dimensie en ik laat in dit artikel aan de hand van twee voorbeelden zien wat de relatie is tussen deze twee aspecten. Zo maakt klinisch-epidemiologisch onderzoek duidelijk dat met alleen telefonische triage het herkennen van ernstige ziektebeelden vaak tekort zal schieten. Daarmee genereert een dergelijk triagesysteem dus ontevredenheid en vraag naar rechtshulp. Juist vanuit juridisch gezichtspunt wordt niet alleen naar het afzonderlijke geval gekeken, maar wordt tevens meer in het algemeen de vraag gesteld hoe deugdelijk de organisatie van de opvang van acute medische problemen zou moeten zijn.

, ,
hdl.handle.net/1765/15007
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Private Law

Giard, R. (2009). Juridische beoordeling van fouten bij telefonische triage. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 153(B67), 153–157. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/15007