Hoewel beslist niet onomstreden , heeft het competentiebegrip zich een belangrijke plaats in modern HRM beleid verworven. Dat geldt niet alleen voor de private sector, want ook in de publieke sector bestaat veel aandacht voor competenties en in het verlengde daarvan voor competentiemanagement. Het is zeker dat, mits goed toegepast, het denken in competenties en de vertaling daarvan in competentiemanagement een belangrijke bijdrage kan leveren aan de prestaties van (private èn publieke) organisaties (zie ook Seegers, 2006). Een centrale vraag die daarbij rijst is in hoeverre de competenties waarover ambtenaren anno 2008 moeten beschikken, afwijken van die uit het verleden en de (nabije) toekomst. Beantwoording van deze vraag zal in dit essay centraal staan, waarbij we ook aan twee vervolgvragen aandacht zullen schenken, namelijk: 1) wat zijn met betrekking tot noodzakelijke competenties de verschillen tussen groepen ambtenaren; en 2) wat is de relatie tussen de competenties van ambtenaren en de context waarin deze functioneren. Of met andere woorden: aan welke voorwaarden moet een (publieke) organisatie voldoen om ervoor te zorgen dat ambtenaren hun competenties optimaal kunnen benutten?

, , , , , , ,
Ministerie van BZK
hdl.handle.net/1765/16158
Department of Public Administration

Steijn, B. (2009). Over de competenties van de 'nieuwe' ambtenaar. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/16158