Rede, In verkorte vorm uitgesproken ter gelegenheid van het aanvaarden van het ambt van bijzonder hoogleraar Klinische epidemiologie van hart- en vaatziekten aan het Erasmus MC, faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam op 20 maart 2009. De leidende gedachte binnen het vakgebied Klinische epidemiologie is dat medisch handelen gebaseerd dient te zijn op het best beschikbare bewijs van zijn werkzaamheid en doeltreffendheid. Dat bewijs is niet gegrond op de persoonlijke ervaring van patiënten, noch op de klinische expertise van individuele artsen, hoe waardevol deze elementen ook zijn. Maar het bewijs voor de effectiviteit van het klinisch handelen is bij voorkeur afkomstig van wetenschappelijk onderzoek onder groepen patiënten, waarin theoretische concepten worden getoetst, en waarbij gezocht wordt naar relaties tussen het optreden en het beloop van ziekten enerzijds, en verklarende factoren of determinanten daarvan anderzijds.|1 Deze determinanten kunnen zowel oorzakelijke als niet-oorzakelijke factoren zijn. Vanzelfsprekend dient onderzoek naar determinant-uitkomst relaties te worden opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met kwalitatief hoogstaande standaarden.