Hoewel in bestuurlijk opzicht een zelfstandige bestuursorganisatie, is De Nederlandsche Bank een echte nv. Alle aandelen zijn in handen van de Staat. Als winstgenererend bedrijf heeft de Bank belang bij een sterke marktpositie, maar het creëren van winst wordt beperkt doordat de Bank slechts ten dele haar eigen product-marktcombinaties kan kiezen. De Bankwet 1998 1 bepaalt immers dat de Bank een aantal taken sowieso moet uitvoeren, zoals het bedrijfseconomisch toezicht op de kredietinstellingen en het medebepalen en uitvoeren van het monetaire beleid in het kader van het Europees Stelsel van Centrale Banken. Aangezien dezelfde minister die de Bankwet aan het parlement aanbood ook de minister is die de winstafdracht in ontvangst neemt, zijn de prikkels redelijk goed geregeld. Wel is het opvallend dat de kostenefficiëntie van de Bank zelden ter discussie staat, zodat niet duidelijk is hoeveel winst eventueel aan de neus des ministers voorbij gaat. Niet alleen laat de monopoliepositie van de Bank zich hier zien, maar ook de beperkte controlerende macht van de enig aandeelhouder van deze onafhankelijke bank.

, ,
hdl.handle.net/1765/16658
Economisch-Statistische Berichten
Erasmus School of Economics

van der Lecq, F. (2001). DNB NV en de euro. Economisch-Statistische Berichten, 86(4292), 73–74. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/16658