Omdat de diversiteit aan medische behandelingen in de afgelopen decennia enorm is gegroeid, staan de zorgbudgetten in Westerse landen voortdurend onder druk. De beslissing om bronnen voor een doeleinde aan te wenden in plaats van aan een ander doeleinde moet dus gestruktureerd worden afwogen. Deze afweging wordt doorgaans gemaakt met behulp van economische evaluaties die zowel de kosten als effecten van alternatieve medische behandelingen schatten. Hoewel de effecten van medische behandelingen minstens zo belangrijk zijn, stonden in mijn proefschrift de kosten centraal. De doelstelling was de kosten van specifieke medische behandelingen te schatten en algemene methodologische conclusies te trekken wat betreft de toepassing van drie kostenmethoden. De methoden werden toegepast in een verscheidenheid aan medische specialismen, waaronder oncologie, hematologie, intensive care medicine, tandheelkunde, huisartsgeneeskunde, cardiologie en neurochirurgie. Er bestaat nog geen consensus over de methode van voorkeur voor de kostenschatting van behandelingen. De ‘bottom up microcosting’ methode wordt over het algemeen verondersteld de meest nauwkeurige kostenschatting te geven, omdat kosten worden berekend per individuele patiënt en per individuele kostencomponent. De methode wordt echter niet op grote schaal toegepast omdat zij vanwege haar tijdsintensieve karakter nauwelijks haalbaar is. Omgekeerd wordt de ‘gross costing’ methode vanwege haar haalbaarheid het meest toegepast. ‘Gross costing’ kostenschattingen zijn echter zeer onnauwkeurig omdat kosten niet toe te wijzen zijn aan individuele patiënten of individuele kostencomponenten. De ‘top down microcosting’ methode bepaalt kosten weliswaar niet per individuele patiënt, maar wel per individuele kostencomponent. Uit mijn onderzoek is gebleken dat ‘top down microcosting’ kostenschattingen redelijk nauwkeurig zijn vergeleken met ‘bottom up microcosting’ kostenschattingen en dat de ‘top down microcosting’ methode redelijk haalbaar is vergeleken met de ‘gross costing’ methode. Daarnaast bleken ‘top down microcosting’ kostenschattingen consistent en generaliseerbaar te zijn. De conclusie van mijn proefschift is daarom dat ‘top down microcosting’ de methode van voorkeur zou moeten zijn voor de kostenschatting van medische behandelingen.

, , , ,
GlaxoSmithKline Services Unlimited
C.A. Uyl-de Groot (Carin)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/17354
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Tan, S. S. (2009, November 27). Microcosting in economic evaluations: Issues of accuracy, feasibility, consistency and generalisability. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/17354