genen· geweest. In de afgelopen eeuwen is hun behandeling zeer verschillend geweest. Alle vormen van menselijke, maar meer nog van onmenselijke behandeling, zijn hun ten deel gevallen. Naarmate oorlogen een meer nationaal karakter kregen, veldslagen massaler werden en de vuurkracht van de wapens groter werd, zijn - voornamelijk in de negentiende en de twintigste eeuw - door diverse landen verdragen gesloten met de bedoeling krijgsgevangenen een redelijke behandeling te geven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn wereldwijd miljoenen militairen in krijgsgevangenschap geraakt .3 In hun behandeling zijn grote verschillen te constateren, afhankelijk van de nationaliteit der krijgsgevangenen en van het land in welks macht zij verkeerden. Een onderzoek hiernaar zou vele jaren in beslag nemen en niet meer kunnen bieden dan een algemeen overzicht. Gelet hierop heb ik uit dit grote geheel een relatief kleine groep krijgsgevangenen tot onderwerp van mijn studie gemaakt. Na de capitulatie op 15 mei 1940 kwam het Nederlandse leger in Duitse krijgsgevangenschap. Van dit leger van ongeveer 280.000 man op een bevolking van ongeveer tien miljoen, voor meer dan 90% bestaande uit reserve- en dienstplichtig personeel, zijn uiteindelijk niet meer dan tienduizend in langdurige krijgsgevangenschap geweest. De reden voor dit merkwaardige verschijnsel is gelegen in het Führer-Dekret van 30 mei 1940. In dit besluit werd ondermeer bepaald dat de krijgsgevangenschap van het Nederlandse leger werd opgeheven en dat de demobilisatie van het leger op 15 juli 1940 diende te zijn voltooid, zodat de militairen naar huis konden terugkeren. Voorts werd van de beroepsmilitairen een verklaring geëist, inhoudende dat men zich van activiteiten tegen de Duitse bezetter zou onthouden. Zeventig militairen, voornamelijk officieren, weigerden de verklaring te tekenen. Zij werden in krijgsgevangenschap afgevoerd naar een locatie in Duitsland. Nadien zijn door diverse maatregelen van de Duitse overheid in 1942 en 1943 ongeveer tienduizend ex-militairen van het opgeheven Koninklijke Nederlandse Leger en onderdelen van de Koninklijke Marine in krijgsgevangenschap teruggebracht. Op de behandeling, de gezondheidszorg en de gang van zaken rond deze Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap is mijn onderzoek gericht.

, , , , , , ,
M.J. van Lieburg (Mart) , J.M.J. Binneveld
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/17813
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Smit, D. J. (1997, January 2). Onder Vlaggen van Zweden en het Rode Kruis: Een medisch-historische studie naar aspecten van internationale bescherming van en hulp- en zorgverlening aan Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap van 1940 tot 1945. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/17813