Met welke middelen werden in de negentiende eeuw nieuwe tijdervaringen tot uitdrukking gebracht en wat betekenden deze uitdrukkingsvormen voor de omgang met het verleden? Dit is de centrale vraag van deze oratie. Eerst wordt ingegaan op de versnelling van de moderne geschiedenis, de achtergronden en effecten. Daarna komen het dubbele karakter van de tijd en enkele toepassingen daarvan in de geschiedbeoefening aan bod. Ook de begrippen 'historische tijd' en historisch besef passeren de revue. Tenslotte worden enkele concrete tijdensceneringen op de negentiende-eeuwse wereldtentoonstellingen als voorbeeld van gearticuleerde tijdservaringen toegelicht.