Kort samengevat komt de casus neer op het volgende. De Ontvanger legt executoriaal beslag op een aantal aan Rodem toebehorende machines die zich op de bodem van DBI bevinden. Nadien verkoopt en levert Rodem de machines bij wege van constitutum possessorium aan Maico. Vervolgens worden achtereenvolgens DBI, Rodem en Maico failliet verklaard. De curator in het faillissement van Maico verkoopt de machines in het openbaar op de voet van art. 176 Fw. De Ontvanger is van oordeel dat de machines ten opzichte van hem niet tot de boedel van Maico zijn gaan behoren en dat hij zich voor de vorderingen waarvoor het beslag is gelegd, buiten de faillissementen van zowel de schuldenaren (DBI en Rodem) als de derdeverkrijger (Maico) om, kan verhalen op de door de curator gerealiseerde netto-opbrengst.

, , , ,
hdl.handle.net/1765/18206
Nederlands Juristenblad
Private Law

Mierlo, T., van. (2009). Noot bij HR 20 februari 2009, NJ 2009, 376 (Ontvanger / De Jong). Nederlands Juristenblad, 376. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/18206