‘Feiten van algemene bekendheid’ en zogenaamde ‘ervaringsregels’ kunnen belangrijke schakels zijn in rechterlijke beslissingen. Maar ze hoeven geen bewijs en rechters kunnen ze tamelijk vrijelijk gebruiken. De vraag is dus welke feiten en fenomenen wel en niet feiten van algemene bekendheid en ervaringsregels opleveren. Naar aangenomen mag worden, hebben rechterlijke oordelen waarin feiten van algemene bekendheid gebruikt worden, werkelijkheidspretentie, want zij lijken te refereren aan kwesties die elk weldenkend mens zonder uitvoerig nadenken zelf ook kan weten. Maar is dat ook echt zo, of moeten we concluderen dat sprake is van een virtuele werkelijkheid? In deze bijdrage analyseren wij de civielrechtelijke rechtspraak waarin feiten van algemene bekendheid en ervaringsregels worden gehanteerd, welke onderverdelingen daarbij mogelijk zijn en tot welke consequenties het gebruik daarvan leidt. Vervolgens leggen wij een aantal feiten van algemene bekendheid, zoals deze in de rechtspraak gehanteerd zijn, voor aan een groep personen om te toetsen hoe bekend feiten van algemene bekendheid werkelijk zijn. De conclusie is dat inderdaad soms van een virtuele werkelijkheid sprake is en dat rechters daarom de contextualiteit van het gebruik van de begrippen ‘feiten van algemene bekendheid’ en zogenaamde ‘ervaringsregels’ beter dienen te benadrukken.

, , , ,
hdl.handle.net/1765/18453
Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht
Private Law

van Boom, W., Tuil, M., & van der Zalm, I. (2010). Feiten van algemene bekendheid en ervaringsregels - virtuele werkelijkheid?. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, (2), 36–43. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/18453