Dit proefschrift betreft de ethiek van voortplantingstechnologie en erfelijkheidsonderzoek. Een boek over dit thema kan uiteraard op verschillende manieren worden opgezet. Om praktische redenen koos ik voor een opzet waarbij ik zoveel mogelijk gebruik kon maken van lopende onderzoeksprojecten binnen het Instituut voor Gezondheidsethiek. Het boek kreeg zodoende de structuur van 'capita selecta': een samenvoeging van afzonderlijk geconcipieerde, zelfstandig leesbare, hoofdstukken. Het verbindende thema - de 'rode draad' - is de verantwoordelijkheid van de arts, meer in het bijzonder de voortplantingsarts en de hulpverlener die betrokken is bij erfelijkheidsvoorlichting en - onderzoek: wat is in de verschillende contexten verantwoord handelen? Hoe krijgt 'goed hulpverlenerschap' hier gestalte?' Dat deze vraag urgent is in de context van de moderne voortplantingstechnologic, waar men voortdurend wordt geconfronteerd met nieuwe technieken en toepassingen, behoeft geen betoog. Door welke morele overwegingen zou de arts zich moeten laten leiden als de technologische imperatief geen betrouwbare gids is? (In hoeverre) mag of moet de arts zich bijvoorbeeld iets gelegen laten liggen aan de belangen van het eventuele toekomstige kind? De inhoud van 'goed hulpverlenerschap' staat ook voortdurend tcr discussie op het dynamische terrein van erfelijkheidsvoorlichting en -onderzoek: aan de orde is niet alleen de attitude van de betreffende hulpverleners, maar ook hun verantwoordelijkheid in concrete conflictsituaties.

, , ,
H.A.M.J. ten Have , I.D. de Beaufort (Inez)
Erasmus University Rotterdam , Thela Thesis, Amsterdam
hdl.handle.net/1765/19895
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

de Wert, G. (1999, June 16). Met het oog op de toekomst : voortplantingstechnologie, erfelijkheidsonderzoek en ethiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/19895