Een te langdurige behandeling naar aanleiding van een opgelegde WAHV-sanctie kan leiden tot overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM. Tot voor kort leidde dit doorgaans tot de vernietiging van de beschikking waarbij de sanctie werd opgelegd. In een recente uitspraak van het Hof Leeuwarden wordt resoluut gebroken met deze benadering. Voor een beter begrip van de betekenis van deze gewijzigde benadering wordt eerst ingegaan op de ‘oude’ benadering. Daarna blijkt dat de nieuwe benadering van het Hof Leeuwarden is ontleend aan een gewijzigd inzicht in het strafrecht als het gaat om de te verlenen compensatie in het geval van overschrijding van de redelijke termijn. Tevens blijkt dat dit gewijzigd inzicht in het strafrecht eveneens ten grondslag ligt aan de wijze van behandeling van overschrijding van de redelijke termijn in punitieve bestuurszaken. Tot slot wordt bezien of de recent ingevoerde Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen betekenis kan hebben voor de beoordeling van overschrijding van de redelijke termijn in de WAHV, waarna de voornaamste bevindingen in de conclusie worden weergegeven.

,
hdl.handle.net/1765/21605
Verkeersrecht
Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid

van der Hulst, J. (2010). Compensatie voor bestuurlijke en rechterlijke traagheid in de WAHV. Verkeersrecht, 1–10. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/21605