Een jaar nadat het Internationaal Gerechtshof verklaarde dat Israël in strijd met het internationale recht handelde met de bouw van de muur door de Palestijnse Bezette Gebieden en deze moest afbreken, heeft de Israëlische Regering besloten de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uit te breiden en verder te gaan met de bouw van de muur. Recent verklaarde het Israëlische Kabinet “het grootst mogelijke belang te hechten aan snelle voltooiing van het veiligheidshek in de oostelijke wijken van Jeruzalem om de persoonlijke veiligheid van de bewoners van Israël te verhogen”. Handmaker en Boerefijn geven een beschouwing over het advies van het Hof en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor Nederland.