2010-11-16
Raadsman bij politieverhoor
Publication
Publication
Invloed van voorafgaande consultatie en aanwezigheid van raadslieden op organisatie en wijze van verhoren en proceshouding van verdachten.
Samenvatting<br/> Probleemstelling<br/> Decennia lang wordt er al gediscussieerd over de toelating van de raadsman bij het politiële verdachtenverhoor. In juli 2008 is een tweejarig experiment van start gegaan waarbij de advocaat tot het (eerste) politieverhoor toegelaten wordt. Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar dat experiment en de bevindingen die we hebben gedaan. Dat de raadsman nu binnen een experimentele situatie bij het politieverhoor wordt toegelaten moet begrepen worden tegen de achtergrond van internationale ontwikkelingen en een aantal strafzaken waarin de verdachte ten onrechte veroordeeld is, mede op basis van een valse bekentenis. Aanleiding zijn de fouten die in de Schiedammer Parkmoord tijdens het vooronderzoek door politie, Openbaar Ministerie en het Nederlands Forensisch Instituut gemaakt zijn en de daarop gebaseerde verkeerde rechtelijke beslissingen. Deze vormden de aanleiding tot het Programma Versterking Opsporing en Vervolging dat als doel had de waarheidsvinding in strafzaken te optimaliseren. Het programma omvatte maatregelen die enerzijds gericht waren op het verbeteren van de kwaliteit van het politieverhoor en anderzijds op het bevorderen van de transparantie van het politieverhoor. Eén van de maatregelen uit het programma was de invoering van audio dan wel audiovisuele registratie van verhoren in ernstige zaken. In aanvulling op het programma werd bovendien de politieke wens geuit om de advocaat toe te laten tot het politieverhoor. Nadat de Tweede Kamer de motie Dittrich aanvaard had, zegde de minister van Justitie toe tijdelijk een verandering in de procedure van de eerste politiële verdachtenverhoren in te voeren: het ‘experiment raadsman bij politieverhoor’. Het doel van het experiment is te bekijken wat de meerwaarde is van de aanwezigheid van de raadsman op het bevorderen van de transparantie en verifieerbaarheid van het verhoor en het voorkomen van ongeoorloofde pressie. De praktische uitwerking van deze doelstelling betreft een tweeledige verandering van de verhoorsituatie: de advocaat wordt toegelaten tot het verhoor én advocaat en verdachte krijgen voorafgaand aan het verhoor de gelegenheid in beslotenheid met elkaar te overleggen. De invoering van deze tijdelijke (experimentele) maatregel geldt voor alle (voltooide) misdrijven tegen het leven gericht, genoemd in Titel XIX Wetboek van Strafrecht in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond. Ten behoeve van het experiment is het ‘protocol pilot raadsman bij politieverhoor van verdachten’ opgesteld, dat voorschrijft hoe alle deelnemers aan de verhoren zich zouden moeten opstellen. Het is belangrijk te vermelden dat raadsman en verdachte volgens het protocol tijdens het verhoor geen contact met elkaar mogen hebben. Daarbij mag de raadsman het verhoor op geen enkele manier verstoren en alleen ingrijpen wanneer het pressieverbod volgens hem overtreden wordt. De advocaat krijgt hiermee dus een passieve rol tijdens het verhoor toebedeeld. De doelstelling van onderhavig onderzoek is de feitelijke gang van zaken rondom het politieverhoor met voorafgaande consultatie en toelating van raadslieden zo zorgvuldig mogelijk in kaart te brengen. De beschrijving van de feitelijke gang van zaken en de ervaringen van betrokkenen bij het experiment vormen dan ook de kern van het onderzoek. Daarnaast wordt getracht vast te stellen of en in hoeverre de verhoorsituatie verandert door de hierboven besproken aanpassingen. De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt: Hoe verlopen de eerste politieverhoren met voorafgaande consultatie en aanwezigheid van de advocaat en wat zijn feitelijke waarneembare gevolgen van de consultatie en de aanwezigheid op het verloop van het verhoor?<br/> [.....]<br/> Als laatste kan aangestipt worden dat er inmiddels een nieuwe situatie is ontstaan naar aanleiding van jurisprudentie van het EHRM en de HR. Het is interessant te bezien in welke mate de conclusies uit dit onderzoek stand houden in de context van die ontwikkelingen. Met andere woorden: in hoeverre hebben we te maken met blijvende effecten? Dit zal over enkele jaren moeten blijken en het laatste woord over de uitbreiding van het bijstandsrecht tijdens verdachtenverhoren zal zeker nog niet gesproken zijn.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , | |
Boom Uitgevers, Den Haag | |
hdl.handle.net/1765/22067 | |
Organisation | Criminology |
Stevens, L., & Verhoeven, W.-J. (2010). Raadsman bij politieverhoor. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/22067 |