Samenvatting Deze uitspraak betreft een tweetal weigeringen van de minister van Algemene Zaken van het Wob-verzoek van RTL tot openbaarmaking van de notulen en onderliggende vergaderstukken van de ministerraad inzake de aanloop naar de oorlog in Irak. De rechtbank Amsterdam heeft het hiertegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep oordeelt de Afdeling als volgt. In de art. 10 en 11 van de Wob is een limitatieve opsomming gegeven van de gronden waarop een verzoek om openbaarmaking van documenten kan worden afgewezen. De wettelijke afwijzingsgronden behelzen geen verwijzing naar de art. 45 van de Grondwet en 26, eerste lid, van het Reglement van orde voor de ministerraad. Het beroep van de minister op deze artikelen vat de Afdeling op als onderdeel van de motivering van het beroep. Ten aanzien van het betoog van RTL dat de documenten betrekking hebben op een zodanig belangrijk onderwerp dat de minister in zijn belangenafweging aan het openbaarheidsbelang een groter gewicht moet toekennen, is de Afdeling met de rechtbank van oordeel dat de Wob het belang van openbaarmaking voor een goede en democratische besluitvorming als een op zichzelf staand belang vooronderstelt en dat het gewicht van dit belang niet afhankelijk is van het onderwerp waarop de documenten betrekking hebben. ...etc.

, , , , , ,
hdl.handle.net/1765/23326
Jurisprudentie Bestuursrecht
Erasmus School of Law

Overkleeft-Verburg, M. (2010). ABRvS van 17 februari 2010, LJN: BL4132, zaaknr. 200906298/1/H3. Jurisprudentie Bestuursrecht, 1–8. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/23326