Samenvatting De term “bestuurlijk” moet bij de toepassing van de Wob ruim worden opgevat. Deze heeft betrekking op het openbaar bestuur in al zijn facetten. De gevraagde documenten hebben betrekking op de wijze waarop de Staat omgaat met openbare aanbestedingen. Daarmee betreft het verzoek een bestuurlijke aangelegenheid. Zoals de minister ter zitting heeft meegedeeld, worden de modellen alsmede de namen van de inschrijvers voor de aanbesteding desgevraagd aan een ieder die daarom verzoekt toegestuurd. Gelet hierop heeft de minister zich naar het oordeel van de Afdeling op het standpunt kunnen stellen dat deze informatie al openbaar is en door de minister derhalve niet meer openbaar kan worden gemaakt. Dat geldt ook voor de informatie bij de KvK, die ingevolge de Handelsregisterwet 2007 al openbaar is en voor een ieder opvraagbaar bij de KvK. De verlangde tabel voor financiële opgaven bevat slechts informatie over de gemiddelde jaaromzet van de inschrijvers. Deze informatie is ook opgenomen in de jaarrekeningen van de betreffende inschrijvers en derhalve opvraagbaar bij de KvK, zodat deze geacht wordt openbaar te zijn. De minister behoeft deze informatie derhalve niet meer anderszins openbaar te maken. Ook informatie uit het BIG-register is openbaar. De minister kan deze informatie niet meer openbaar maken. De plicht tot openbaarmakingmaking ingevolge de Wob heeft geen betrekking op informatie die reeds openbaar is. Het betoog van Voorzorg over artikel 7, tweede lid, van de Wob behoeft derhalve geen bespreking. ... etc.

, , , , , , , , , , ,
hdl.handle.net/1765/23327
Jurisprudentie Bestuursrecht
Erasmus School of Law

Overkleeft-Verburg, M. (2010). ABRvS van 20 oktober 2010, LJN: BO1165, zaaknr. 200905009/1/H3. Jurisprudentie Bestuursrecht, 1–6. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/23327