In een prikkelend, enigszins provocatief artikel over mode in het ontwikkelingsvraagstuk wees meer dan vijftien jaar geleden Van Dam (1978) al op de modegevoeligheid van ontwikkelingsstrategieën. Hij stelde dat opeenvolgende strategieën minder met veranderende prioriteiten van de ontwikkelingslanden te maken hadden, maar meer met de prioriteiten van de ontwikkelde landen, omdat daar en in de internationale ontwikkelingsorganisaties de discussiethema's worden bepaald. Thema's als kleinschalige ontwikkeling en aangepaste technologie werden pas van belang in het ontwikkelingsbeleid nadat in de ontwikkelde landen in brede kring de mening werd gedeeld dat grootschalige productie en eindeloze specialisatie tot vervreemding leidden. Gender werd pas een ontwikkelingsthema nadat de feministische beweging in Europa en Noord-Amerika voldoende erkenning had gevonden.