De vreemde of het vreemde roept niet alleen bij het kleine kind schrik en afweerreacties op. Ook voor de volwassene draagt de beleving van het vreemde een diep affectief en bijna instinctief karakter Qanse de Jonge. De mens heeft nu eenmaal behoefte zich veilig en geborgen te weten en neigt er zo toe het vreerode, onbekende, af te weren of met wantrouwen te bejegenen. Toch is ook een andere grondhouding mogelijk, nl. die waarbij een zekere nieuwsgierigheid het wint van onze vrees en overgaat in een dieper verlangen dat vreemde, onbekende, tegemoet te treden en te leren kennen. Trouwens van oudsher heeft het vreemde ook het betoverende van alles wat nieuw is, misschien juist omdat het niet te meten is met onze vertrouwde maatstaven. In de mythische belevingswereld is de vreemdeling omgeven met huiver en vrees. Hij vertegenwoordigt een onbekende wereld. In het Latijnse woord hostis komt dit naar voren. Het betekent zowel vreemdeling als vijand. Het is de vreemde die als gast geƫerbiedigd en geherbergd moet worden. Hij wordt omgeven met een gastritueel dat hem respecteert, maar ook uitdrukking verleent aan de onzekerheid die zijn onbekendheid oproept.