"Het ideaal van de verloskunde bestaat uit het toevoegen aan de mensheid van een gezond kind, met behoud van de gezondheid van de moeder, als resultaat van iedere zwangerschap" (Holmer, 1956). In de moderne verloskunde draagt de prenatale zorg in zeer belangrijke mate bij aan de verwerkelijking van dit ideaal. Het doel van de prenatale zorg is het opsporen, herkennen en zo mogelijk behandelen van storingen in het fysiologische verloop van de zwangerschap. De hoeksteen van de prenatale zorg wordt nog steeds gevormd door het door iedere verloskundige uit te voeren manuele en auscultatoire verloskundige onderzoek, het bepalen van de bloeddruk en het gewicht van de zwangere, en het eenvoudige biochemische onderzoek van bloed en urine. Daarnaast zijn in de afgelopen 20 jaar in snelle opeenvolging biochemische en fysische methoden ter beschikking gekomen voor evaluatie van de toestand van de foetus en foetoplacentaire eenheid. Sinds ongeveer 1970 staat van de biochemische methoden de bepaling van Human Placental Lactogen (HPL) in moederlijk plasma of serum sterk in de belangstelling. Deze belangstelling is zeker ook gestimuleerd door het in de handel komen van complete pakketten (Kits) voor de radioimmunologische bepaling van dit in de syncytiatrafoblast gevormde eiwithormoon. Hierdoor is deze bepaling binnen het bereik van een groot aantal laboratoria gekomen. In een aantal publicaties (Letchworth e.a., 1972a; Yates, 1973 en England e.a., 1974) wordt zelfs gesuggereerd dat hiermee een mogelijkheid zou zijn gegeven om elke zwangerschap met behulp van deze relatief eenvoudige bepaling te "screenen" op het bestaan van (nog) niet ontdekte placentaire insufficientie en/of foetale nood. England e.a. (,1974) spreken zelfs van "HPL: the wateh-dog of fetal distress" Hetzelfde geldt mutatis mutandis, zij het minder uitgesproken, voor de bepaling van de concentratie van Alfa-foetoproteine (AFP) in moederlijk plasma of serum. Dit alfaglobuline wordt gevormd in de foetale lever en komt via de placenta in vrij geringe hoeveelheid in de moederlijke circulatie. De HPL-concentratie zou dus een maat kunnen zijn voor de functie van de placenta, het AFP-gehalte voor de toestand van de foetus.

, , ,
H.C.S. Wallenburg (Henk)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/26188
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Barentsen, R. (1977, November 16). Human placental lactogen en alfa-foetoproteine in serum van zwangeren :een klinisch onderzoek in de tweede helft van de zwangerschap. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/26188