Diepe veneuze trombose is een veel voorkomende en ernstige complicatie bij een groot aantal patienten, vooral in de postoperatieve fase. Volgens recente onderzoekingen komt een diepe veneuze trombose in de postoperatieve fase voor bij 20 tot 30% van de geopereerde pa tienten (Kakkar 1972). Elke chirurg zal dan ook bij herhaling worden geconfronteerd met het probleem van de diepe veneuze trombose en de eventuele gevolgen ervan. De grootte van dit probleem blijkt nog steeds toe te nemen (Morrell e.a. 1963, Laufman 1969). Stijging in de leeftijd van de geopereerde patient, het toenemend aantal grote en langdurige operaties en het veelvuldig gebruik van spierrelaxantia en positieve drukbeademing tijdens de narcose zijn een aantal van de factoren, die daarbij een rollijken te spelen (Dy de en Bethel 1968). Er zijn twee belangrijke redenen, die het optreden van een diepe veneuze trombose tot een ernstige postoperatieve complicatie maken. In de eerste plaats het feit, dat een trombose aanleiding kan geven tot het ontstaan van een longembolie en in de tweede plaats het feit, dat als gevolg van een diepe veneuze trombose zich later een posttrombotisch syndroom kan ontwikkelen.

H. Muller
Hippoerales Studiefonds
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/26208
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

van Vroonhoven, T. J. M. V. (1974, March 13). Preventie van postoperatieve diepe veneuze trombose : een vergelijkend onderzoek naar de waarde van orale anticoagulantia en lage doses subcutane heparine. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/26208