In de huidige geneeskunde bestaat de neiging bij de clinicus om zich vooral te richten naar gegevens. die verkregen zijn m.b.v. geavanceerde vaak dure technieken. Het tijdperk waarin de medicus zijn wetenschappelijke interesse meer op veel gebruikte eenvoudiger laboratoriummethoden richtte. lijkt afgesloten. Eén van de problemen, die veel onderzoekers in het verleden heeft beziggehouden zijn de uiteenlopende veranderingen in het eiwitspectrum bij verschillende ziekten en daarmee nauw samenhangend welke screenmgmethode deL.e veranderingen op de eenvoudigste en nauwkeurigste wijze weergaf. De meest gebruikte methode in de praktijk is de bloedbezinking, die door Fahreus in 1921 werd geïntroduceerd, De plasmaviscositeit zou volgens TAng en Wang ( 1940) een betere methode zijn om de activiteit van een ziekteproces te vervolgen; o.a. door zijn grotere nauw~ keurigheid en het feit, dat hij van minder factoren buiten de plasma-eiwitten af~ hankelijk is. Een gegeven dat door andere au.teurs bevestigd werd (Miller 1942, Harl<ness 1946 en 1963, Houston 1948, Woodmansey 1948), Ondanks deze positieve bevindingen voor de plasmaviscositeit is deze bepaling géén gangbare me~ thode in de praktijk geworden: iets wat ons inziens ten onrechte is en de verkla~ ring vormt voor het ontstaan van deze studie. De eerste vraag, die wij in dit onderzoek stelden was niet welke methode de bloedbezinking of de plasmaviscositeit het beste de activiteit van een ziekte weergeeft, maar welke van de twee methoden de meeste informatie over de aard van de veranderingen in het eiwitspectrum verstrekt. Hierbij zullen wij vergelij~ ken de gelijktijdige bepaling van de plasma~ en serumviscositeit met die van de bloedbezinking en gedefibrineerde bloedbezinking. De plasmaviscositeit en bloedbezinking alléén geven in het geheel geen inzicht in de aard van de verande~ ringen van het eiwitspectrum: de serumviscositeit (Lawrence 1950, Hellendoom enGerbrandy 1961) en de gedef. B.S.E. (Groen 1953) daarentegen zouden wel een maat zijn voor het globulinen~ en dan speciaal het y-globulinengehalte.

J. Gerbrandy , H.G. van Eijk (Henk)
Stichting "De Drie Lichten"
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/26398
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Esseveld, M. R. (1972, May 31). Viscositeit van bloedplasma en -serum : vergelijkend experimenteel onderzoek naar de betekenis van viscositeit en bloedbezinking als screeningmethoden voor plasma-eiwitten. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/26398