Hoe herkennen organisaties in hun omgeving nieuwe kennis? Hoe kunnen ze zich deze kennis eigen maken? En wellicht nog belangrijker, hoe kunnen ze deze kennis commercieel toepassen? In dit artikel wordt het kennisabsorberend vermogen van een onderneming aan een nader onderzoek onderworpen. Dit vermogen heeft een belangrijke invloed op de mate waarin nieuwe kennis uit de omgeving wordt opgenomen en gebruikt voor succesvolle innovaties. Cohen en Levinthal (1990) veronderstellen dat eerdere kennis die een onderneming heeft opgedaan in de loop van de tijd, van doorslaggevend belang is voor haar absorberend vermogen. In dit artikel beargumenteren we dat niet alleen de huidige kennisbasis van een onderneming haar kennisabsorberend vermogen bepaalt. Organisatiekenmerken zijn eveneens van belang. We tonen aan dat zowel de gekozen organisatievorm als het repertoire van combinative – verbindende – vaardigheden van een onderneming (systeem-, management- en socialisatievaardigheden) het kennisabsorptievermogen bepalen. We ontwikkelen eerst een raamwerk waarin kennisabsorptie van een onderneming wordt gerelateerd aan de dynamiek van de kennisomgeving. Het raamwerk wordt vervolgens geïllustreerd aan de hand van een case over Het Financieele Dagblad. Door transformatie van haar dominante organisatievorm tezamen met het ontwikkelen van nieuwe verbindende vaardigheden, kon deze voorheen traditionele uitgeverij zich begeven in de turbulente kennisomgeving van de bedrijfstakken die samen het multimediacomplex vormen.

hdl.handle.net/1765/31041
M & O: tijdschrift voor organisatiekunde en sociaal beleid
Erasmus Research Institute of Management

van den Bosch, F., Volberda, H., & de Boer, M. (2000). Kennisabsorptie van ondernemingen: Hoe co-evolueren ondernemingen in een dynamische kennisomgeving? . M & O: tijdschrift voor organisatiekunde en sociaal beleid, 54(2), 27–47. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31041