Inleiding: ‘Tijd voor de borrel!’, dat moeten de twee toenmalige bestuurders van de vennootschap Veer Palthe Voûte – een private financiële instelling gericht op vermogensbeheer – hebben gedacht toen het College van Beroep voor het bedrijfsleven in hoger beroep in september 2006 hen in het gelijk stelde in hun zaak tegen De Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De Nederlandse Bank en de toenmalige Stichting Toezicht Effectenverkeer – de huidige Autoriteit Financiële Markten – hadden respectievelijk de algemene vergadering van aandeelhouders en de vennootschap zogenoemde aanwijzingen gegeven waarin werd opgedragen beide heren niet langer te laten fungeren als bestuurder c.q. beleidsbepaler van de vennootschap, omdat de betrouwbaarheid van hen niet buiten twijfel stond. Uit onderzoek naar het handelen van de bestuurders hadden DNB en AFM immers afgeleid dat zij de regels betreffende handel met voorwetenschap hadden overtreden. Daarin werden zij dus niet gevolgd door het CBb.

, ,
Maklu
hdl.handle.net/1765/31246
Erasmus School of Law

Hartmann, A. (2011, February 24). Over de grenzen van de dogmatiek en into fuzzy law. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31246