Zodra bij een patiënt een afwijking aan nieren en/ of urinewegen wordt geconstateerd of zelfs maar wordt vermoed, zal van deze patiënt zeker de nierfunctie worden onderzocht; dit om te zien Of, en zo ja, in hoeverre de betreffende afwijking de nier(en) beschadigd heeft. Beschadiging van nierparenchym leidt immers tot vermindering van nierfunctie. Bij dubbelzijdige nierpathologie zoals glomerulonefritis kan men volstaan met het bepalen van de totale nierfunctie. Ook bij de follow-up van patiënten met dergelijke aandoeningen blijft het bepalen van de totale nierfunctie voldoende om het natuurlijk beloop of het effect van een behandeling na te gaan. Anders is het bij urologische afwijkingen, waarbij vaak een verschil in pathologie en als gevolg daarvan verschil in functie bestaat tussen linker en rechter nier. In die gevallen wil met name de uroloog graag geïnformeerd zijn over het verschil in functie tussen links en rechts; dit als indicatie voor het al of niet doen van een bepaalde ingreep. Ook kan men met gescheiden nierfunctiebepaling het therapeutisch effect van een bepaalde chirurgische ingreep na verloop van tijd nagaan. Urologische afwijkingen op de kinderleeftijd komen veelvuldig voor. Zij kunnen aangeboren of verworven zijn; zij kunnen enkel- of dubbelzijdig voorkomen; zij kunnen al dan niet gepaard gaan met nierfunctiestoornisen. Bij sommige urologische afwijkingen kunnen vorm en/ of grootte van de nier anders zijn dan normaal; bekend zijn de congenitale hypoplastische, dus te kleine nier; de te kleine of juist te grote dysplastische nier; de te grote cystenier; de te grote hydronefrotische nier door obstructie; tenslotte de te kleine pyelonefritische schrompelnier. Terwijl bij de eerste 4 voorbeelden de afwijkende niergrootte al bij de geboorte kan bestaan, kan een pyelonefritische nier pas in de loop der tijd kleiner worden, gaan schrompelen; één en ander hangt hierbij af van het moment waarop de diagnose wordt gesteld en het tijdstip, de duur en mogelijk ook het soort van uitgevoerde behandeling

, , ,
Nier Stichting Nederland, Sophia Kinderzieken
H.K.A. Visser (Henk) , G. Hennemann (George)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/31504
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

van Collenburg, J. (1980, June 6). Aspecten van (gescheiden) nierfunctieonderzoek bij kinderen. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31504