Inleiding. In ‘Meningen van gedetineerden. Vijftig jaar later’ beschrijven Moerings, Boone en Franken de discussie die in 1959 losbarstte over de waarde van onder- zoek dat volledig is gebaseerd op de ervaringen van gedetineerden. Enkele advocaten-generaal meenden dat dit onderzoek geen waarde had omdat de juistheid van de gegevens niet was getoetst. Kempe en Rijksen schreven in hun begeleidende brief bij het onderzoek dat de belevingen inderdaad een- zijdig en subjectief zijn. Toch zouden ze waardevol zijn omdat het voor de betrokkenen realiteiten zijn die aan het bereiken van de doelen van de straf- rechtspleging in de weg staan. In die lijn verdedigde Martin Moerings in 1977 in zijn proefschrift de stelling dat om de betekenis van de gevangenis- straf te achterhalen, de subjectieve beleving van (ex-) gedetineerden serieus moet worden genomen.