De overheid moet haar excuses aanbieden aan slachtoffers en hun nabestaanden voor haar nalatigheid bij het treffen van tijdige en adequate maatregelen ter beperking van het gebruik van asbest. Dat stelt Robert Frank Ruers in zijn proefschrift "Macht en tegenmacht in de Nederlandse asbestregulering". Ook pleit hij voor een terugwerkende kracht van de Wet Verjaring Personenschade. Aan het asbestverbod uit 1993 zijn conflicten tussen de asbestindustrie, de overheid, de vakbeweging en de slachtoffers voorafgegaan. De overheid was lange tijd nauwelijks bereid beperkingen aan het asbestgebruik te stellen. Asbestslachtoffers, zo’n bekende 10.000 slachtoffers, waarschijnlijk nog niet de helft van het uiteindelijke aantal, hebben pas recent aan invloed gewonnen. Ruers onderzocht vier fasen van het asbestreguleringsproces tussen 1930 – 2004 en beschrijft de strategieën van de belangrijkste partijen, hun invloed en de impact hiervan op de juridische besluitvorming. De strategie van de SP en het Comité Asbestslachtoffers heeft het reguleringsproces een beslissende wending gegeven, aldus Ruers. De internationale solidariteit tussen organisaties van asbestslachtoffers heeft bovendien haar meerwaarde bewezen op het gebied van historische kennisontwikkeling en juridische slagkracht. Behalve voor de terugwerkende kracht van de Wet Verjaring Personenschade en de excuses pleit hij voor een op de wet gebaseerde algehele asbestinventarisatie.

, ,
A. Burdorf (Alex) , N.J.H. Huls (Nick)
Erasmus University Rotterdam , Boom Uitgevers, Den Haag
hdl.handle.net/1765/31855
Erasmus School of Law

Ruers, B. (2012, March 15). Macht en tegenmacht in de Nederlandse asbestregulering. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31855