In december vorig jaar verschenen op opeenvolgende dagen twee ogenschijnlijk tegengestelde krantenberichten over arbeids-migranten uit Polen en andere Midden- en Oost-Europese landen in Nederland. Het ene bericht ging over de positieve bijdrage van Poolse arbeidsmigranten aan de Rotterdamse deelgemeente Charlois. “In Charlois zijn ze maar wat blij met hun Polen”, zo kopte de Volkskrant. Het feit dat de meeste Polen werken, zich blijvend in de wijk willen vestigen, hun kinderen het goed doen op school en de ouders zeer betrokken zijn bij school wordt positief gewaardeerd in de wijk. Wel wordt opgemerkt dat Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten een andere uitgangspositie hebben en het daarom minder goed doen in de wijk (de Volkskrant 10-12-2010). Een dag later signaleerde de Haagse wethouder Norder een groeiende marginalisering onder de arbeidsmigranten uit Middenen Oost-Europa in Den Haag: migranten die hier kwamen om te werken, verliezen hun werk – mede door de crisis – en daardoor vaak ook hun huisvesting. Zo ontstaat er een nieuwe en groeiende groep ‘drop outs’ in Den Haag: dakloze migranten in een ‘uitzichtloze situatie’ die desondanks niet terug naar eigen land gaan, volgens Norder omdat ze ‘gezichtsverlies’ vrezen als ze in deze situatie teruggaan (de Volkskrant 11-12-2010).

, ,
hdl.handle.net/1765/33027
CIMIC: Citizenship, Migration & the City
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Snel, E., Engbersen, G., Ilies, M., Meij, R., & Hamberg, J. (2011). De schaduwzijden van de nieuwe arbeidsmigratie. Dakloosheid en overlast van Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten in Den Haag. CIMIC: Citizenship, Migration & the City. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/33027