Inleiding: Op 11 februari presenteerde de Staatssecretaris van Financien de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011. Tussen alle grote onderwerpen is de kleine maar belangrijke omwenteling opgenomen, dat Nederland in nieuwe belastingverdragen voortaan geen art. 17 voor artiesten en sporters meer wil opnemen. Daarvoor in de plaats wil Nederland gaan aansluiten bij de normale regels voor inkomsten uit onderneming (art. 7) of uit dienstverband (art. 15). Een revolutionaire benadering, want hiermee wordt volledig afgeweken van art. 17 OESO-modelverdrag. Nederland had dit al per 1 januari 2007 eenzijdig in art. 5a en 5b Wet LB 1964 ingevoerd voor buitenlandse artiesten en sporters uit landen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten en gaat nu dus ook werk maken van de belangen van de eigen artiesten en sporters, als die in het buitenland optreden. En dat is hoog tijd, want het is voor Nederlandse artiesten en sporters niet goed te begrijpen waarom buitenlanders zonder fiscale obstakels in Nederland kunnen optreden, terwijl zij zelf tegen hoge administratieve lasten en soms dubbele belastingheffing aanlopen bij hun buitenlandse optredens. Een goed voornemen dus in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011.

hdl.handle.net/1765/33055
Weekblad voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Molenaar, D. (2011). NL wil geen art. 17 (artiesten en sporters) meer in zijn belastingverdragen. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2011(6904), 582–592. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/33055