Inleiding: Vanaf omstreeks 1980 hebben zich in de publieke sector van westerse landen ingrijpende veranderingen voorgedaan die in de literatuur worden aangeduid als de governance turn.1 De overheid stapte er vanaf om de samenleving helemaal zelf te reguleren en ging zich meer richten op het sturen van organisaties aan wie ze de uitvoering uitbesteedde: van government naar governance. Governance wil de aandacht vestigen op de diverse bronnen – subnationaal, nationaal en transnationaal; publiek, privaat, of hybride – van regelgeving en handhaving in brede zin. De regels die het handelen van ondernemingen bepalen, zijn vaak niet wettelijk afdwingbaar, maar worden eerder semi-vrijwillig als bindend aanvaard (soft law), en gehandhaafd door buitenwettelijke mechanismen zoals marktwerking, publiciteit, reputatiemechanismen, onderhandeling, peer pressure en het opvolgen van het voorbeeld van leidende ondernemingen. De handhavende partijen zijn soms de overheid, maar ook derde partijen zoals non-gouvernementele actoren of instanties, omwonenden of belangenbehartigende organisaties, of het kan zijn dat de overheid controle uitoefent op zelfregulering.

, , , ,
hdl.handle.net/1765/34717
Erasmus School of Law

van Erp, J., & Mascini, P. (2011). Waarom zijn sommige vormen van rechtshandhaving effectiever dan andere?. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/34717