Belanghebbende is beroepsvoetballer. Hij woonde in het onderhavige jaar in Nederland en was in dienstbetrekking werkzaam bij A. Uit hoofde van die dienstbetrekking genoot belanghebbende een loon dat mede bestond uit een basissalaris. In het onderhavige jaar verbleef belanghebbende onder meer in Spanje en Thailand wegens aldaar georganiseerde trainingskampen. Tijdens die trainingskampen werden (vriendschappelijke) oefenwedstrijden gespeeld. Die wedstrijden waren toegankelijk voor het publiek. In geschil is of belanghebbende recht heeft op belastingvrijstelling ter zake van het aan de die trainingskampen toerekenbare deel van het basissalaris. De rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord, omdat die trainingskampen, waaronder de bedoelde wedstrijden, waren gericht op training en niet op het publiek. Daarom heeft belanghebbende geen persoonlijke werkzaamheden als zodanig verricht in Spanje en Thailand en heeft hij geen recht op de bedoelde belastingvrijstelling. Het hof stelt belanghebbende echter in het gelijk. Onder verwijzing naar HR 9 februari 2007, nr. 41.478, NTFR 2007/305, oordeelt het hof dat in de omstandigheden van het geval niet anders kan worden geoordeeld dan dat belanghebbende persoonlijke werkzaamheden als zodanig heeft verricht. (Hoger beroep gegrond.)

,
hdl.handle.net/1765/34724
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Molenaar, D. (2012). 2012, 12/00024, (Beroepsvoetballer verricht persoonlijke werkzaamheden tijdens buitelandse trainingskampen). Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 1836(12), 1836–1837. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/34724