Sinds 1990 worden lichte verkeersovertredingen bestuursrechtelijk afgedaan via de Wet administratiefrechtelijke afdoening verkeersdelicten (Wahv). De verkeersovertredingen waarvoor dit geldt worden in de bijlage bij de Wahv genoemd. Tevens bevat deze bijlage de per overtreding op te leggen boete. Deze boete is gefixeerd , zodat de kosten van een lichte verkeersovertreding voor de overtreder gelijk zijn aan het bij de overtreding voorziene boetebedrag. Daarnaast kan de verkeersovertreder tijdens de afdoening krachtens de Wahv worden geconfronteerd met bijkomende kosten. Het gaat dan om de verplichte zekerheidstelling in de beroepsfase, wettelijke verhogingen en invorderingskosten tijdens de inning van de opgelegde sanctie en griffierechten tijdens de verzetsprocedure. Bovendien wordt sinds 1 juli 2009 bij elke opgelegde boete een vast bedrag aan administratiekosten (€ 6) in rekening gebracht. Deze doorberekening van administratiekosten is onlangs door een kantonrechter te Amsterdam niet toelaatbaar geacht. Deze beslissing is om diverse redenen opmerkelijk.

hdl.handle.net/1765/34734
Jurisprudentie Wegenverkeersrecht
Erasmus School of Law

van der Hulst, J. (2012). De bijkomende kosten van een verkeersboete. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 2012(3), 9–18. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/34734