Samenvatting. Belanghebbende is inhoudingsplichtige voor de loonbelasting ten aanzien van haar directeur (tevens enig werknemer) A. In mei 2005 heeft de directeur € 120.000 aan loon ontvangen. Hierover is geen loonbelasting ingehouden of afgedragen. De inspecteur heeft de verschuldigde loonbelasting nageheven. In geschil is of aan belanghebbende terecht een vergrijpboete is opgelegd. Het hof stelt voorop dat bij de vraag of belanghebbende – een rechtspersoon – een vergrijp heeft begaan, de gedragingen, wetenschap en geestesgesteldheid van A (als directeur/enig werknemer) ten aanzien van het (niet-)nakomen van de loonbelastingverplichtingen redelijkerwijs aan belanghebbende kunnen worden toegerekend nu een en ander zich afspeelt binnen de sfeer van belanghebbende. Het hof oordeelt dat belanghebbende willens en wetens de loonbelasting die op aangifte moest worden voldaan niet heeft betaald. De inspecteur heeft belanghebbende dan ook terecht opzet verweten. Het hof acht de – door de rechtbank in verband met overschrijding van de redelijke termijn verminderde – boete passend en geboden. (Hoger beroep ongegrond.)

hdl.handle.net/1765/34887
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Molenaar, D. (2012). 2012, 11/00078, (Belanghebbende heeft opzettelijk geen loonbelasting ingehouden op loon van dga). Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 1987(33), 1–2. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/34887