Bij lagere zoogdieren :is het optreden van copulaties beperkt tot een kort deel van de ovariumcyclus: rondom het moment van de ovulatie of in die periode, die enkele uren of dagen duurt de soort) initieert een vrouwtje sexuele interacties met eisprong. Alleen (afhankelijk van mannelijke soortgenoten, tonen de mannetjes zich sexueel geïnteresseerd in het vrouwtje en accepteert zij de sexuele avances van mannetjes (Ford & Beach 1951.; Young 1961). Hogere zoogdieren (de primaten) kunnen gedurende de gehele ovariumcyclus copuleren, maar meestal is de sexuele activiteit op de dagen vlak voor en tijdens het vruchtbare deel van de cyclus hoger dan op andere momenten (referenties: tabel 8-l.). Dit gel.dt niet voor de mens, waarbij de coitus frequent:ie tijdens de menstruatie meestal laag is en direct daarna relatief hoog; rond het moment van de ovulatie is de coi.tus activiteit niet uitzonderlijk hoog ( Udry & Morris 1977; Wil.li.ams & Williams 1.982; Bancroft e.a. 1983). Een andere uitzondering op het gebruikelijke primatenpatroon wordt gevormd door de beermakaak: uit gedragstests in het laboratorium bleek dat beermakaken gedurende alle fasen van de ovariumcyclus ongeveer even frequent copuleren (Slob e.a. 1978a,b). Primaten hebben ovariumcycli die gemiddeld 4 of 5 weken duren. Na een cyclus zonè.er bevruchting treedt er een menstruele bloeding op (hierin onderscheiden primaten zich van andere zoogdieren). de produktie van ovariumhormonen vertoont bij alle onderzochte primatensoorten in principe hetzelfde patroon. Gedurende de eerste helft van de cyclus ( folliculaire fase) produceren de ovaria in toenemende mate oestrogenen (voornamelijk oestradiol). Tegen het eind van de folliculaire fase bereiken de oestradiolspiegels het hoogste niveau en volgt de ovulatie. Hierop volgt de luteale fase waarin de ovaria veel progesteron en betrekkeljk weinig oestradiol produceren (mens: Koninckx e.a. 1981; Lenton e.a. 1982; mensapen: Graham e.a. 1973; Nadler e.a. 1983; baviaan: Wildt e.a. 1977; beermakaak: Wilks 1977; Slob e.a. 1978a,b; andere makaken: Bulloek e.a. 1972; wilks e.a. 1976; Aso e.a. 1977; Goodman e.a. 1977; Wehreriberg e.a. 1980; Kholkute e.a. 1981; Shideler e.a. 1983).

, , ,
J.J. Van der Werff ten Bosch (Jacob) , J.A.R.A.M. Hooff
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/38707
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Nieuwenhuijsen, K. (1985, September 25). Geslachtshormonen en gedrag bij de Beermakaak (Macaca arctoides). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/38707