In de vier domeinen van overheid en politiek, de gemeenschap, de markt en de (medische) professie zijn vier trends van invloed op het intern toezicht in Nederlandse zorginstellingen: van centraal naar decentraal bestuur; recentralisatie via het toezicht; meetbare indicatoren en de greep van de overheid middels ‘oude’ instrumenten als budgettering en regelgeving. De interne toezichthouder moet de vele publieke, private en professionele belangen wegen. In toenemende mate wordt zijn taakopvatting gevormd door normerende en directieve richtlijnen zonder te weten of deze het beoogde effect realiseren. De vraag in hoeverre de hoge verwachtingen aan het intern toezicht realistisch zijn kan niet goed beantwoord worden. Een gedragsmatig en procesgeoriënteerd onderzoeksperspectief moet ons meer inzicht geven in de onderliggende overtuigingen, gedragingen en handelingen van het intern toezicht. Hiervoor gebruiken we de vier dimensies van het handelingsperspectief van interne toezichthouders: deskundigheid en vakbekwaamheid; methoden en technieken; beroepshouding; en persoonlijke en sociale competenties. Toezicht gaat niet alleen om het voldoen aan de regels, compliance, maar draait om inzicht geven in wat wel kan en wat niet kan, accountability. Dit geeft zicht op de mogelijkheden en beperkingen wat het intern toezicht wel en niet kan en geeft daarmee een nieuwe richting aan het maatschappelijk debat over de taak van het intern toezicht.

Boom Lemma Uitgevers, Den Haag
hdl.handle.net/1765/38743
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Putters, K., & Veerdonk, A. A. W. M. (2012). Hoofdstuk 6: Voorbij de governancecode. Inzicht in de handelingen en afwegingen van toezichthouders. In Waar is de Raad van Toezicht?. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/38743