Het onderwerp van dit onderzoek is de in art. 20 lid 2 WvK opgenomen regel die het de commanditaire vennoot verbiedt de commanditaire vennootschap waarin hij deelneemt te besturen. Teneinde dit onderwerp enig reliëf te geven zal ik eerst in 1.1.2 in vogelvlucht ingaan op de specifieke kenmerken van de commanditaire vennootschap en de plaats die zij inneemt in het systeem van het Nederlandse vennootschapsrecht. Daarna zal ik in 1.1.3 aandacht besteden aan de doeleinden waarvoor de commanditaire vennootschap in de rechtspraktijk wordt ingezet. In 1.1.4 bespreek ik de bezwaren die in de huidige wettelijke regeling aan deze rechtsvorm zijn verbonden. Dat leidt tot een formulering van de onderzoeksvraag in 1.1.5 en een beschrijving van het belang van het onderzoek in 1.1.6. Als laatste bespreek ik in 1.1.7 het theoretisch kader van waaruit dit onderzoek is gedaan.

,
L. Timmerman (Vino)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/50077
Erasmus School of Law

Tervoort, A. J. S. M. (2013, October 17). Het Bestuursverbod bij de Commanditaire Vennootschap. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50077