2013-04-01
Annotatie bij uitspraak Hoge Raad 1 februari 2013, nr. 11/05047, LJN BY188o
Publication
Publication
Jurisprudentie in Nederland , Volume 2013 - Issue 3 p. 249- 254
Inleiding
In deze Arubaanse aanvaringszaak gaat het om de vraag aan de
hand van welke maatstaf moet warden bepaald of sprake is van een
fout van de foods in de zin van art. 6:170 lid van het Burgerlijk
Wetboek van Aruba (hierna: BWA), in het bijzonder of concordantie
van rechtspraak met zich brengt dat de foods slechts aansprakelijk
is indien hij de schade heeft veroorzaakt door grove schuld
of opzet. Het volgende was aan de hand. Op 31 maart 2005 ts het
motorschip ZIM Houston III (hierna: het schip, of ZH III) onder
loodsaanwijzing de haven van Oranjestad binnengevaren en is .
daarbij tegen een aldaar afgemeerde loodsboot aangevaren en in
fysiek contact gekomen met de kade (hierna ook: de aanvaring).
Hierdoor ontstond schade aan het schip, de loodsboot, de kade en
een gebouw. In cassatie is alleen de schade aan het schip aan de
orde. ZH III is een zeeschip in de zin van art. 8:2 BWA. Ten tude
van de aanvaring was het schip eigendom van Austria. De foods
werkte ten tijde van de aanvaring in dienstverband bij APA en
verrichtte de loodsdienst ter uitvoering van zijn taak voor APA.
Austria heeft APA aansprakelijk gesteld op grand van art. 6:170
Additional Metadata | |
---|---|
hdl.handle.net/1765/50231 | |
Jurisprudentie in Nederland | |
Organisation | Erasmus School of Law |
Boot, E., & van der Voet, G. (2013). Annotatie bij uitspraak Hoge Raad 1 februari 2013, nr. 11/05047, LJN BY188o. Jurisprudentie in Nederland, 2013(3), 249–254. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50231 |